De opleidingen die medewerkers volgen, leveren voor zowel de werknemer als de werkgever in 70% van de gevallen nauwelijks iets op. Deze harde conclusie trekt opleidingsintermediair Fources op basis van eigen onderzoek. Volgens Fources is 40% van de opleidingen een-op-een inwisselbaar, waardoor werknemers en werkgevers weinig hebben aan de training. Daarnaast zou 15% van de cursisten niet komen opdagen en ook zou in 15% van de gevallen sprake zijn van een mismatch tussen leerdoel en aanbod. Gevolg: de toegevoegde waarde ontbreekt, aldus directeur Jan Smits van Fources. “Bedrijven gooien geld weg doordat zij strategische doelen niet vergelijken met kennisinvesteringen”.
Bron: Intermediair PW september 2010

Bijna de helft van de Nederlandse managers ziet weinig in de inzet van sociale netwerken voor klanten of medewerkers. Dat blijkt uit onderzoek van Avanade. Uit de uitkomsten van het wereldwijde onderzoek blijkt dat 23% zegt sociale netwerken wel te willen inzetten om niet achter te blijven lopen op de concurrentie. Ook wordt het gebruik voor het aantrekken van hoog opgeleid personeel. Twaalf procent is van mening dat sociale netwerken alleen geschikt zijn voor privégebruik en jongeren. De Nederlandse managers blijven hierin achter bij de rest van de wereld. Wel zien cfo’s en cio’s voordelen voor de inzet van sociale netwerken en samenwerkingstools. Door video conferencing en telefonisch vergadering wordt er beter samengewerkt tussen de afdelingen. Linkedln en Instant Messaging worden wel gebruikt. Twitter of Yammer wordt door bijna de helft van de ondervraagden nooit gebruikt. Redenen voor het inzetten van communicatie- en samenwerkingstools in ons land zijn zonder meer: productiviteitsverhoging, kostenbesparing, tijdsbesparing, minder reistijd, medewerkers verwachten het, klachten verwachten het. De grootste belemmeringen van communicatie- en samenwerkingstools zijn: moeilijk om de waarde ervan te meten, missen menselijk aspect, beveiligingsproblemen, kosten, medewerkers verspillen er veel tijd aan.
Bron: Personeelbeleid september 2010

Een knappe man heeft het gemakkelijker op de arbeidsmarkt dan een mooie vrouw. Waar de mannen alleen maar voordelen ervaren van een aantrekkelijk uiterlijk, kan de schoonheid van een vrouw tegen haar werken als ze solliciteert naar de “mannelijk” beroep.  Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit of Colorado Denver Business School. Volgens professor Stefanie Johnson moeten werkgever oppassen voor discriminatie op basis van aantrekkelijkheid. De proefpersonen in het onderzoek kregen foto’s van mannen en vrouwen en moesten vervolgens aangeven hoe geschikt zij waren voor een bepaalde baan. Aantrekkelijke vrouwen werden genegeerd voor banen als cipier, hoofd beveiliging, verkoper van bouwartikelen of chauffeur van een takelwagen.

Bron: Intermediair PW augustus 2010